iconOver de gebonden heffingen

De gebonden heffingen zijn:

  • afvalstoffenheffing;
  • begraafrechten;
  • rioolheffing;
  • leges en rechten.

Afvalstoffenheffing

Het is onze taak om afvalstoffen van particuliere huishoudens in te zamelen. Dat staat in de Wet milieubeheer. De kosten van de inzameling en verwerking van afvalstoffen betalen we uit de afvalstoffenheffing. Inwoners betalen de afvalstoffenheffing ook als ze geen afval voor inzameling aanbieden. We bepalen zelf de grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing, maar we moeten deze keuze wel vastleggen. Afval valt onder deelprogramma 3B Duurzaamheid (2.1.3).

In deze tabel ziet u hoe wij de kosten dekten:

Afvalstoffenheffing

Rekening 2021

Begroot 2022

Werkelijk 2022

Lasten afval (7.3)

2.914

3.144

2.864

Baten afval (7.3)

440

357

440

Netto kosten taakveld (7.3)

2.474

2.787

2.423

Toe te rekenen lasten

768

838

788

Overhead (0.4)

148

163

172

Verkeer en wegen (2.1)

80

81

81

BTW (fictief)

541

594

535

Totale lasten

3.242

3.625

3.212

Opbrengst heffingen (7.3)

3.919

3.934

3.969

Dekkingspercentage

121%

109%

124%

Welke ontwikkelingen zagen wij?

De afvalinzameling en -verwerking voerden we kostendekkend uit

De jaren van achterblijvende inkomsten lieten we achter ons. Over 2022 ontvingen we voor de laatste keer de te hoge vaste bijdrage. Het resultaat is € 757.000 voordelig (V). Dit bedrag komt weer in de afgesproken vervangingsvoorziening (€ 291.000) en de egalisatievoorziening (€ 466.000). Waar de afwijkingen zitten, staat in de taakveldenrekening 2022 (taakveld 7.3 Afval. De egalisatievoorziening grondstoffen hebben we sinds 2022 om eventuele tekorten op te vangen en direct ingezet voor het verlagen van de afvalstoffenheffing 2023.
Inwoners brachten hun restafval weg naar ondergrondse containers. Voor restafval staan bij de milieuparkjes, maar ook op tal van andere locaties, ondergrondse restafvalcontainers. Inwoners die slecht ter been zijn of vanwege medische redenen hun restafval aan huis opgehaald wilden hebben, konden een zorgcontainer gebruiken.

Begraafrechten

Deze rechten bestaan uit een vergoeding voor het gebruik van de begraafplaatsen en een vergoeding voor diensten van de gemeente. Dit heffen we volgens de Verordening begraafrechten. Begraven en het onderhoud van graven valt onder deelprogramma 2B Aantrekkelijke leefomgeving (2.1.2).

In deze tabel ziet u hoe wij de kosten dekten:

Begraafplaatsen

Rekening 2021

Begroot 2022

Werkelijk 2022

Lasten begraafplaatsen en crematoria (7.5)

455

492

489

Baten begraafplaatsen en crematoria (7.5)

387

405

372

Netto kosten taakveld (7.5)

68

87

117

Toe te rekenen lasten

124

101

121

Overhead (0.4)

124

101

121

Totale lasten

192

188

238

Opbrengst heffingen (7.5)

162

163

157

Dekkingspercentage

84%

86%

66%

Welke ontwikkelingen zagen wij?

De kostendekkendheid hielden we met 66% boven het minimum van 50%

De kosten voor grafonderhoud kunnen niet voor 100% worden gedekt uit de begraafrechten omdat voor een groot aantal graven vanuit het verleden eeuwigdurend de onderhoudskosten is afgekocht. We accepteerden de bestaande kostensituatie en doen geen onderzoeken naar efficiënter gebruik van begraafplaatsen omdat we dan de emotiebeleving op de begraafplaatsen aantasten. Minimaal 50% vinden we acceptabel. Met 66% voldeden we aan die voorwaarde.

Rioolheffing

De gemeente zorgt voor het afvoeren van huishoudelijke afvalwater en regenwater en heeft ook de zorgplicht voor het grondwater. In de rioolheffing berekenen we de kosten door voor het verbeteren en in stand houden van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Voor het berekenen van de rioolheffing volgden we het kostendekkingsplan van het Watertakenplan Olburgen 2018-2022' (AWPO). We hanteren één rioolheffing voor alle watertaken. De opbrengst gebruikten we volledig voor riolering, onderdeel van deelprogramma 2B Aantrekkelijke leefomgeving (2.1.2).

In deze tabel ziet u hoe wij de kosten dekten:

Rioolheffing

Rekening 2021

Begroot 2022

Werkelijk 2022

Lasten riolering (7.2)

3.821

3.407

3.037

Baten riolering (7.2)

-

-

-

Netto kosten taakveld (7.2)

3.821

3.407

3.037

Toe te rekenen lasten

976

953

953

Overhead (0.4)

274

338

338

Verkeer en wegen (2.1)

23

23

23

BTW (fictief)

679

592

592

Totale netto lasten

4.797

4.360

3.991

Opbrengst heffingen woningen (7.2)

4.335

3.929

4.048

Opbrengst heffingen niet-woningen (7.2)

452

431

403

Dekkingspercentage

100%

100%

112%

We voerden onze taken uit voor afvalwater, hemelwater en grondwater

We maakten kosten in het nakomen van onze gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. We pasten wegen en straten aan zodat het hemelwater bij hevige regenval vertraagd kan afvloeien. Dit voorkomt overbelasting van de riolering.

Welke ontwikkelingen zagen we?

We investeerden in afkoppeling van hemelwater

Om droogte tegen te gaan willen we dat het regenwater in de grond zakt op de plek waar het valt, en dat het regenwater niet wegstroomt via het riool. Daarom gaven we bij de lopende vervangingen voor riolering tegelijk een afkoppelsubsidie aan inwoners van de aangesloten panden in die gebieden.

Leges en rechten

De leges en tarieven van de diverse rechten brengen we in rekening voor de taken en diensten die we als gemeente uitvoeren. De opbrengsten mogen de kosten niet overstijgen. Voor een aantal tarieven stelt het Rijk een maximum vast, bijvoorbeeld voor de leges voor reisdocumenten en voor de leges voor akten.

We mogen kruissubsidiëring toepassen

De kosten voor de individuele diensten zijn moeilijk te bepalen. Daarom mag een gemeente een kostendekkendheid per dienst of per samenhangende groep van diensten nastreven. We moeten daarin wel een consequente lijn volgen. Zo kunnen we kruissubsidiëring toepassen. Kruissubsidiëring betekent: we verhogen de tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Dit moet in lijn met de wet zijn.

We dekken de kosten per groep gelijksoortige producten

Dit noemen we de kostendekkendheid. De leges zijn in de tarieventabel van de legesverordening ingedeeld in drie titels:

1. Algemene dienstverlening.

2. Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning.

3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn.

Hieronder ziet u de kostendekkendheid per titel. Bij de belastingvoorstellen lieten we voor de legesverordening het kostendekkingsplan per product van de legesverordening (per recht) zien. De kosten en opbrengsten houden we niet bij op het niveau van een recht, maar op het niveau van een grotere activiteit binnen een titel. Niet alle rechten kunnen we dus een waarde geven.

In deze tabel ziet u hoe we de kosten dekten voor 2022:

Legesverordening begroting

Lasten taakvelden

Overhead

Totale lasten

Heffing

Andere inkomsten

Totale baten

Kosten dekkendheid

Totaal titel 1 Algemene dienstverlening

1.277

552

1.829

477

-

477

26%

Totaal titel 2 Dienstverlening Fysieke leefomgeving

2.954

1.629

4.583

1.307

-24

1.283

28%

Totaal titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

-

-

-

-

-

-

0%

Totaal legesverordening

4.231

2.181

6.412

1.784

-24

1.760

28%

De opbrengst besteedden we in verschillende deelprogramma's. De opbrengsten van titel 1 en 3 (zoals paspoorten) gebruikten we voor burgerzaken, onderdeel van deelprogramma Besturen (2.1.4). De opbrengsten van titel 2 (zoals omgevingsvergunningen) gebruikten we voor wonen en bouwen, onderdeel van deelprogramma 2A Passend wonen (2.1.1).

Welke ontwikkelingen zagen wij?

De milieuvergunningen werden niet met de belastingverordeningen 2022 vastgesteld

De milieuvergunningen vervingen een groot deel van titel 2 van de Legesverordening. De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB: Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) gingen niet in per 1 januari 2023. De vergunningen in titel 2 bleven daarmee, opnieuw, ongewijzigd.

De kostendekkendheid van leges zakte naar 28%

De diensten die in de legesverordening zijn benoemd, zullen nooit kostendekkend worden. De tarieven liggen rond het gemiddelde in de regio. De verschuiving van lasten en baten tussen begroting en rekening laten een afwijking zien in het kostendekkingspercentage door het gestegen overheadpercentage). Het was geraamd op 29% (2021: 30%) en is nu 28% (2021: 31%).