iconOver de ongebonden heffingen

De ongebonden heffingen zijn:

  • forensenbelasting;
  • onroerendezaakbelastingen;
  • reclamebelasting;
  • toeristenbelasting.

Forensenbelasting

Deze belasting heeft tot doel om mensen die veel in een gemeente verblijven, maar geen inwoner zijn, mee te laten betalen aan voorzieningen. Zo dragen ze bij aan de kosten van deze voorzieningen. We heffen alleen forensenbelasting van mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Eigenaren van woningen en van bedrijven (niet-woningen) betalen eigenarenbelasting. Voor een niet-woning betaalt de gebruiker van een pand de gebruikersbelasting van de OZB. De grondslag is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. (WOZ = Waardering Onroerende Zaak). Het te betalen bedrag wordt op de jaarlijkse aanslag uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.

Wij hadden alleen invloed op de geraamde OZB-opbrengst

De ontwikkeling van het OZB-tarief is vooral afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt (de WOZ-waarden). Omdat de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt steeg, verlaagden we het OZB-tarief voor 2022. Anders zou de OZB-opbrengst hoger worden dan de raming. Andersom geldt hetzelfde. Zou de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt zijn gedaald, dan hadden we het OZB-tarief verhoogd om te voorkomen dat de OZB-opbrengst daalt.
De aanpassing van de tarieven op basis van de ontwikkelingen van de vastgoedmarkt heeft voor de gemiddelde eigenaar en gebruiker geen effect op de hoogte van de OZB-heffing. Een gemiddeld vastgoedobject volgt immers de ontwikkeling op de vastgoedmarkt.

De onroerendezaakbelasting is een tijdstipbelasting

Voor het bepalen van de belastingplicht geldt de situatie per 1 januari van het belastingjaar. Als iemand in de loop van het jaar bijvoorbeeld zijn huis verkoopt, dan nemen we deze verandering mee in het volgende belastingjaar. Voor de waarde van het huis is dat per 1 januari van het jaar ervoor. Deze peildatums maken dat de OZB-aanslagen voor 2022 (en ook nog voor 2023) forse WOZ-waardestijgingen lieten zien vanwege forse stijgingen in verkoopprijzen.

Welke ontwikkelingen zagen wij?

De opbrengst voor eigenaren bedrijven is lager dan in 2021

De werkelijke opbrengst voor eigenaren bedrijven was in het jaar 2021 lager dan verwacht. Vanuit die werkelijkheid berekenden we de verwachte opbrengst voor 2022. Die was dus lager dan de raming van 2021. De werkelijke opbrengst voor 2022 was gelijk aan de geraamde opbrengst voor 2022.

We verwerkten de verhoging van de opbrengst met € 360.000

Tegenover de verlaging van het rioolrecht stond een verhoging van de OZB-opbrengst. De geraamde opbrengsten haalden we voor de twee groepen. De verhoging speelde niet voor eigenaren bedrijven, want die betaalden geen rioolrecht. De uitwerking van de OZB-opbrengst ten opzichte van de waardeontwikkelingen had GBTwente goed uitgewerkt bij de berekening van het (verdeel)tarief. De effecten van de nieuwe waardeparameter (zie hieronder) maakten juiste berekening extra lastig.

We baseerden vanaf 2022 de aanslag voor OZB op m2 (oppervlaktemaat)

De omzetting van de waardeparameter m3 naar m2 was afgerond bij de verzonden OZB-aanslagen voor 2022. Niet iedereen kreeg in de laatste week van februari 2022 de aanslag, voor sommige objecten (waarvoor bezwaar liep of wat bedrijfsmatige delen kende) had GBTwente meer tijd nodig om te komen tot goede waarden. Vergunningsvrije bouw werd met deze operatie verwerkt in de gemeentelijke Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).
Onder andere forse waardestijgingen door woningverkopen en juiste inmetingen voor objectdelen maakten dat de gemiddelde waardestijging in Bronckhorst 21% was. Maar vaak was de stijging meer dan dat. Van de bezwaren werd 67% gegrond verklaard. Veel eigenaren maakten bezwaar tegen de aanslag, het aantal bezwaren ten opzichte van 2021 steeg met 134% naar 1.779 bezwaren. Het blijken vooral gegronde bezwaren door de omzetting van de waardeparameter te zijn (66%). De objectdelen (bijgebouwen, grond, etc) waren onjuist meegenomen in de waardebepaling.

Voor de kosten van no cure, no pay-bedrijven namen we € 105.000 mee

Ook in Bronckhorst maakten we proceskosten door de opkomst van no cure, no pay-bedrijven (ncnp). Deze bedrijven maken gratis bezwaar voor inwoners, vooral tegen de hoogte van de OZB. Voor deze bureaus is de proceskostenvergoeding een verdienmodel. In tegenstelling tot het familierecht, is dit geen tegemoetkoming in de kosten voor de inwoner. Woningeigenaren gebruiken deze bedrijven om zo hun aanslag te verlagen. We verhalen die proceskosten via de OZB-opbrengst van woningen volgens het principe 'de veroorzaker van kosten betaalt'.
Dit kostte ons veel geld, namelijk € 191.000. Dat was door het hoge aantal bezwaren hoger (zie bij ‘We baseerden vanaf 2022 de aanslag voor OZB op m2’). Het aandeel bezwaren via deze bureaus was laag ten opzichte van de andere deelnemers bij GBTwente. Ruim 66% van de bezwaren werden door inwoners zelf ingediend, dat vonden we prettig.

We volgden de ontwikkeling van de WOZ-waarden

We volgden de waardeontwikkeling van objecten voor de drie groepen die OZB betalen. Dat doen we voor het moment waarop we het tarief bepalen (raming opbrengst) en voor het moment waarop we de aanslag opleggen (realisatie opbrengst).

De WOZ-waarde voor gebruikers was lager dan voor eigenaren

De WOZ-waarde voor OZB-gebruikers bedrijven is altijd lager dan de WOZ-waarde voor OZB-eigenaren bedrijven. Volgens de wet mag over de woononderdelen van een niet-woning geen OZB-gebruikersheffing geheven worden. Dit speelt bijvoorbeeld bij een agrarisch bedrijf, waar de eigenaar ook zijn woonverblijf heeft.

De WOZ-waarden ontwikkelen zich als volgt:

Ontwikkeling WOZ-waarden

Rekening 2020

Rekening 2021

Begroot 2022

Werkelijk 2022

WOZ-waarde bij tariefbepaling (oktober)

Eigenaren woningen

4.059.034

4.878.507

4.597.112

Eigenaren niet-woningen

787.673

779.484

639.782

Gebruikers niet-woningen

579.365

638.311

537.605

Aantal objecten

19.185

19.253

19.253

19.253

Gemiddelde waarde per object (woning en niet-woning)

265

283

272

328.546

WOZ-waarde bij aanslagoplegging (februari)

Eigenaren woningen

4.344.529

4.666.330

5.543.000

Eigenaren niet-woningen

738.958

787.111

782.500

Gebruikers niet-woningen

585.733

661.405

654.500

Reclamebelasting

Reclamebelasting kunnen we heffen over openbare aankondigingen die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Voorbeelden zijn gevelreclame, bestickering van ramen, posters, vlaggen, uithangborden, luifels of spandoeken. We heffen de reclamebelasting in het centrum van Vorden, Hengelo en Zelhem en voor het industrieterrein Zelhem.

De belastingopbrengst ging naar de stichting Ondernemersfonds van de kern of industrieterrein

De belastingopbrengst gaat met aftrek van de uitvoeringskosten van GBTwente, via subsidie naar de stichting Ondernemersfonds voor de kern waarover we de belasting heffen. Voor het industrieterrein Zelhem gaat de opbrengst naar de stichting die het parkmanagement uitvoert. We verantwoorden de subsidies in deelprogramma 3A Economie (2.1.3).
We ontvingen € 103.000 voor de kernen. We keerden € 98.000 uit als subsidie. We ontvingen € 38.000 voor industrieterrein Zelhem. Daarvan keerden we 33.000 uit als subsidie.

Welke ontwikkelingen zagen we?

We veranderden niets aan de reclameverordeningen

Voor de reclamebelasting was overeengekomen met de deelnemende ondernemers dat we geen automatische inflatiestijging toepasten bij deze belasting.

Toeristenbelasting

Deze belasting heffen we voor overnachtingen binnen Bronckhorst van personen die geen inwoners zijn van de gemeente Bronckhorst. Zij gebruiken bijvoorbeeld een camping, pension, ligplaats of vakantiehuisje. De verhuurder mag deze belasting doorrekenen aan deze personen. We innen de belasting van de verhuurder.

Degene die de voorziening gebruikte, betaalde hieraan mee

De doelstelling is hetzelfde als bij forensenbelasting. Mensen die de voorzieningen in de gemeente gebruiken, maar niet in onze gemeente wonen, betalen hieraan mee. In Bronckhorst besteden we deze opbrengst volledig voor toerisme. Dit is onderdeel van deelprogramma 3A Economie (2.1.3).

Welke ontwikkelingen zagen wij?

We haalden toeristen naar Bronckhorst

Met de toeristische campagne 'Tot slot' wilden we meer recreatiegasten naar Bronckhorst halen. Zo zorgden we voor het behoud van de bestaande opbrengst. De opbrengsten ontvangen we altijd na afloop van het jaar (achteraf). De totale opbrengst kwam uit op € 504.000, terwijl dit op € 260.000 was geraamd.

We stuurden geen voorlopige aanslag

Vanwege corona stuurden we de afgelopen jaren alleen een definitieve aanslag. We kozen ervoor om deze structuur aan te houden.