De financiële positie van Bronckhorst is eind 2024 gezond. Dit is zichtbaar in onze financiële kengetallen (paragraaf 2.2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing). Het lage saldo van opgenomen leningen met de daaraan gerelateerde rentelasten heeft hierop een positieve invloed. Vanaf het jaar 2025 zien we begrotingstekorten ontstaan wat direct een gevolg is van de de wijziging van het financieren van decentrale overheden en het doorvoeren van kortingen door het rijk.
Ontwikkelingen
We gebruikten de bestemmingsreserve Kapitaallasten Investeringsagenda reserve
Voor de grote investeringsopgaven uit de investeringsagenda is er in de begroting onvoldoende ruimte om de volledige kapitaallasten uit te betalen. Onder normale omstandigheden vangen we deze lasten uit investeringen op in de jaarlijkse exploitatie. Voor het deels opvangen van deze investeringslasten hebben we de bestemmingsreserve Kapitaallasten Investeringsagenda gevormd. In 2024 hebben wij hieraan € 3.950.000 toegevoegd. In totaal is hiervoor € 32.750.000 beschikbaar. In de jaarrekening (3.3 Eigen vermogen) lichten wij de Investeringsagenda toe. We hebben voor € 20 mln kredieten beschikbaar gesteld waarvan de kapitaallasten (gedeeltelijke) gedekt worden door bestemmingsreserve en voor € 3,5 mln aan bijdragen ineens.
We hebben nog ruimte voor duurzaamheidsleningen
We stelden € 7,6 mln beschikbaar aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) voor duurzaamheidsleningen. Eind 2024 was nog voor € 2,8 mln beschikbaar voor verstrekking van dergelijke leningen.
We hoefden geen nieuwe leningen op te nemen
We konden onze lopende (vervangings)investeringen voldoen uit de beschikbare middelen en hoefden geen nieuwe leningen op te nemen.
Ontwikkeling rente
Na een aantal jaren van lage rente op lang- en kortlopende leningen zagen we eind 2022 rentestijgingen als gevolg diverse crises de wereld. Zolang wij nog een financieringsoverschot hebben heeft deze ontwikkeling een voordeling effect. In 2024 leverde dit ons aan rentebaten op de uitstaande gelden bij de schatkist € 948.000 op. Op langere termijn (vanaf 2025) zullen wij voor de financiering van vervangingsinvesteringen en investeringen uit onze investeringsagenda leningen moeten gaan aantrekken tegen een eveneens hoge rentevoet.
We bleven ruim binnen de financiële risiconormen
De Wet financiering decentrale overheden (Fido) geeft gemeenten en andere decentrale overheden richtlijnen voor hun kredietwaardigheid en positie op de financiële markten. Een gezonde financiering staat hierbij centraal. De wet geeft twee concrete richtlijnen: de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Het doel is om te voorkomen dat het totaal van leningen te gevoelig is voor schommelingen in de rente.
Renterisiconorm
Hoeveel we aflosten op leningen en de mogelijke verandering van de rente bepaalt het risico op opgenomen leningen. We overschreden de risiconorm van € 20,9 miljoen (20% van het begrotingstotaal) niet. We losten € 0,9 mln af op onze leningen en sloten geen nieuwe leningen af. Omdat onze leningen een vast rentepercentage hebben voor de hele looptijd lopen we geen risico op wijzigingen van rentepercentage.
Kasgeldlimiet
We bleven ruim binnen de kasgeldlimiet van € 8,9 mln. De limiet is 8,5% van het begrotingstotaal. Om een grens te stellen aan het gebruik van korte termijn financiering is de kasgeldlimiet opgenomen. De gemiddelde netto schuld mag de limiet niet overschrijden. De tabel geeft de gemiddelde netto schuld per kwartaal weer.
netto vlottende middelen | schuld / overschot | |
---|---|---|
eerste kwartaal | overschot | 21.635 |
tweede kwartaal | overschot | 28.109 |
derde kwartaal | overschot | 28.020 |
vierde kwartaal | overschot | 22.607 |